Al vijftien jaar lang heruitvindt Paul Marnef de wereld. Met zijn Imaginaires Planeten neemt deze Belgische fotograaf-kunstenaar ons mee op een zintuiglijke en visuele reis, tussen de poëzie van het reële en droomachtige abstractie. Zijn werk bevindt zich op het kruispunt van fotografisch experiment en contemplatie, en onderzoekt zowel natuurlijke als stedelijke landschappen om er een andere, lichtere, meer intieme en soms bijna kosmische lezing van te onthullen.
Hoewel Paul Marnef al 45 jaar in de fotografie werkt, ontwikkelde zijn artistieke benadering zich geleidelijk. Na een lange loopbaan bij persbureaus in Frankrijk en België, en vervolgens in institutionele en bedrijfsfotografie, werd hij gegrepen door een nieuwe vorm van expressie: 360°-panorama’s en virtuele rondleidingen. Uit deze experimenten ontstonden zijn eerste “planeten” – visuele creaties in reliëf, voortgekomen uit een eigen techniek. Sommige zijn gemaakt uit slechts één foto, een technisch hoogstandje mogelijk gemaakt door zijn beheersing van de postproductie, waarin licht, contrast en kleur de instrumenten van een digitale schilder worden.
Zijn wereld wordt vooral gevoed door de natuur: landschappen, bloemen, de zee… maar ook af en toe door de stad, wanneer een onverwachte compositie hem aanspreekt. Zijn aanpak steunt vaak op het toeval: een wandeling, een plek, een licht dat op het juiste moment gevangen wordt. Dan volgen de “proef en fout”-fases, essentieel voor zijn proces. Hij gooit weg, verfijnt, begint opnieuw. Want bij Paul Marnef onthult een geslaagde afbeelding zich niet onmiddellijk – ze ontstaat door zoektocht en nauwkeurigheid.

Hoewel hij geen uitgesproken boodschap of geëngageerde houding claimt, draagt zijn werk een diepe tederheid voor de planeet in zich. Sommige werken behandelen thema’s van herinnering of eerbetoon, zoals Aan hen die waken, gemaakt op de Amerikaanse begraafplaats van Henri-Chapelle, aan de vooravond van de 80ste verjaardag van de wapenstilstand. Of Hommage aan het leven en de afwezigheid, geïnspireerd door een muur met geschilderde harten in Londen, gewijd aan de slachtoffers van de pandemie. Deze ingetogen gebaren, vol emotie, getuigen van respect voor het leven en aandacht voor de stiltes van de geschiedenis.
Toch ligt zijn originaliteit misschien juist in de lichtheid die hij bewust nastreeft. Hij probeert niet koste wat het kost een boodschap over te brengen. Hij wil glimlachen, verrassen, ontroeren – zoals blijkt uit deze ontroerende anekdote: tijdens een demonstratie van augmented reality op zijn werk Hoop en Wachten barstte een toeschouwer twee keer in tranen uit, overmand door emotie. Een zeldzaam moment dat hij koestert.
Altijd nieuwsgierig naar nieuwe artistieke dimensies, experimenteert hij momenteel met reliëfcreaties, augmented reality en droomt hij van installaties – terwijl hij zachtjes “ssst” fluistert, alsof hij nog niet alles wil prijsgeven. Hij beweegt zich op zijn eigen tempo, met een open geest: “Ik wil rustig evolueren naar hedendaagse kunst en installaties,” vertrouwt hij toe. Ver weg van de platgetreden paden, tekent hij een traject dat helemaal het zijne is – buiten het kader, buiten de codes.

Als we Paul Marnef in een traditie zouden moeten plaatsen, dan zou dat wellicht die van het Belgische surrealisme zijn – al benadert hij dat met een flinke dosis nederigheid en humor. Een studentenanekdote zegt veel: vissen ophangen aan een waslijn om een opgelegd oefenwerk te ondermijnen – het verraadt een vrije, licht opstandige geest. Zoals hij het zelf zegt: “Surrealisme is vrij zijn in je hoofd, in je creatie, in je manier van uitdrukken.” Een definitie die hij volledig belichaamt.
In België waardeert hij de eenvoud van menselijke relaties, zelfspot en die lichtheid die zo eigen is aan kunstenaars uit het vlakke land. Een geesteshouding die doorklinkt in zijn werk – tegelijk toegankelijk en intrigerend, dromerig en technisch, geworteld in het reële maar altijd klaar om op te stijgen naar elders.
Zijn blik op de hedendaagse kunstwereld is helder: volgens hem is de grootste uitdaging eenvoudig – “Verkopen, verkopen en verkopen.” Want afdrukken in hoge kwaliteit, werken in reliëf produceren, experimenteren: het kost allemaal geld. Tentoonstellen is niet genoeg – je moet overtuigen, raken, verleiden: verzamelaars, curatoren, galeries.
En toch gaat hij door. Want creëren, zegt hij, is “dingen realiseren die me enkele jaren geleden onmogelijk leken.” Omdat elk gesprek met een kijker, elke voltooide afbeelding, elk nieuw idee een overwinning is. En omdat er misschien, ergens, nog een onbekende planeet wacht om ontdekt te worden.
